De haiku is een versvorm die oorspronkelijk uit Japan komt. De geestelijke achtergronden die de voedingsbodem zijn geweest voor dit soort gedichten kunnen niet buiten beschouwing gelaten worden. R.H. BLYTH (1975) heeft in de uitvoerige inleiding tot zijn vierdelige studie over haiku een overzichtelijk schema gegeven, waaruit duidelijk wordt hoe Buddhisme, Taoisme en Confucianisme in de loop van hun bestaan met elkaar in aanraking kwamen en samen met de Chinese poëzie en kunst in het Shintoïstische Japan leidden tot haiku. De Japanner ziet kunstuitingen als deel van het dagelijks leven, als deel van de natuur en deel van zijn eigen natuur. Het streven naar harmonie en de toegewijde aandacht voor elke, zelfs de kleinste handeling komen tot uiting in bijvoorbeeld de thee-ceremonie, ikebana, penseelschilderingen en in dichtkunst.