Sinds 1983 voert de Directie Noordzee (Rijkswaterstaat, Rijswijk) de verkenningen van olieverontreinigingen op de Noordzee uit met behulp van een met geavanceerde remote sensing-apparatuur uitgerust vliegtuigje. Een groot voordeel van deze apparatuur is, dat olieverontreinigingen nu onder veel meer omstandigheden kunnen worden waargenomen dan voordien, toen de olievlekken vanuit het vliegtuig met bloot oog ontdekt moesten worden. Medio 1987 werd een overzicht gepubliceerd van de verkenningen sinds 1975 met het eigen vliegtuig, waaraan de meldingen van derden sinds 1969 zijn toegevoegd (Rijkswaterstaat 1987). Bij deze oliemeldingen moeten dus drie typen worden onderscheiden: -meldingen Rijkswaterstaat, met remote sensing-apparatuur -meldingen Rijkswaterstaat, zonder deze apparatuur en -meldingen derden Een statistische analyse van het eerste type ollemeldingen over de jaren 1983-(juni) 1987 leverde geen duidelijk seizoenpatroon op. In alle maanden van het jaar werden vele olieverontreinigingen vastgesteld, maar er lijken in de zomer wat meer vlekken aanwezig te zijn, mogelijk als gevolg van het gemiddeld minder onstuimige weer ’s zomers. Het gemiddeld aantal verontreinigingen per vlieguur bedroeg van 1983-(juni) 1987 respectievelijk 2.4, 1.3, 1.2, 1.3 en 1.8. Uitschieters werden gerapporteerd in de maanden april en juli 1983, beide met meer dan 4 verontreinigingen per vlieguur.