In de periode 20 juli – 25 augustus werd op de Hondsbossche Zeewering een opvallende invasie van voornamelljk juveniele Drieteenmeeuwen geconstateerd. Gedurende deze periode, die vooral in het begin gekenmerkt werd door harde westelijke winden, veel regen en lage temperaturen, vond een groot aantal de dood. Na 16 augustus, toen het weer verbeterde, nam de sterfte duidelijk af. In totaal werden langs de gehele zeewering (6 km lang) 42 dode Drieteenmeeuwen (alle juveniel) gevonden. De verdeling van de vondsten over de tijd is vermeld in tabel 1. Hierin worden tevens de dagmaxima per 5- daagse periode aangegeven van (nog) levende vogels, rustend op de 500 m lange noordkop van de Bondsbossche. De eerste vondst dateert van 21 juli. Hierna namen de aantallen toe tot en met de eerste week van augustus. In deze periode werden ook herhaaldelijk groepen in de branding fouragerende vogels opgemerkt (onder andere 28 juvenielen op 3 augustus en 20 juvenielen op 6 augustus), terwijl op 9 augustus over de gehele lengte van de zeewering 22 rustende juvenielen werden waargenomen. Adulte vogels werden alleen op 3 augustus gezien: 2 exx. rustend op de dijk. De op de dijk rustende Drieteenmeeuwen lieten zich zeer dicht benaderen (tot op 1 meter) en soms zelfs oprapen. Enkele exemplaren reageerden daarop met pikkende bewegingen, andere stierven in de hand, mogelijk zo sterk verzwakt dat de shock van het oprapen de directe doodsoorzaak vormde. Enkele tientallen jonge Drieteenmeeuwen werden levend binnengebracht bij de boswachter van Petten. Deze stierven alle, vaak ook direct na aanraking (mond. med. F.Erinkveld). Het Vogelopvangcentrum ”De Horst” in Bergen en de Vogelwacht Katwijk maakten eveneens melding van grote aantallen binnengebrachte Drieteenmeeuwen. Het betrof zonder uitzondering sterk verzwakte vogels.