Decticus verrucivorus is in noordwest-Europa op dramatische wijze achteruitgegaan. Terwijl de soort in Vlaanderen en Brussel als uitgestorven wordt beschouwd, zijn er in Wallonië nog een paar populaties. De meeste hiervan zijn te vinden in het uiterste zuiden, in de Lorraine. Van 1989 tot 1994 werden zes populaties aangetroffen, waarvan er twee intussen reeds zijn verdwenen. De factoren die de zeldzaamheid van de soort kunnen verklaren, worden onderzocht. In de eerste plaats blijkt de evolutie van de kalkgraslanden naar een meer dichte vegetatie nefast te zijn voor de populaties. Daarenboven kan ook het minimumareaal voor de soort op vele plaatsen niet aanwezig zijn. De aanwezigheid van de wrattenbijter in de Lorraine is waarschijnlijk niet vreemd aan het feit dat dit de Belgische regio is met het warmste zomerklimaat. Door een gebrek aan kwantitatieve gegevens met betrekking tot het aantal uren zonneschijn kan deze hypothese evenwel niet getoetst worden. In sommige studies wordt ook gewezen op de noodzaak aan voedsel van hoge kwaliteit, doch de auteurs menen dat deze factor in onze streken niet van toepassing is om de zeldzaamheid te verklaren. Alhoewel de soort reeds talrijke jaren in zeer kleine populaties weet te overleven in de Lorraine, kunnen vraagtekens geplaatst worden bij het voortbestaan van deze soort in België. De verdere inventarisatie en de aankoop of het beheer van de laatste vindplaatsen is meer dan ooit noodzakelijk.