De Soesterduinen is een evenwichtig natuurgebied, dat zorgvuldig en voorzichtig wordt onderhouden. De ideale biotoop voor zonminnende soorten als L. psammophilus, T. caespitum en F. rufibarbis. Wonderlijk genoeg kan M. rugulosa er niet worden gevonden. Mogelijk is deze soort onopgemerkt gebleven, mocht hij al voorkomen, dan zal het slechts een enkel nest betreffen. De Stompert wordt nauwelijks onderhouden, al is in het verleden wel denneopslag in heideterreinen bestreden. Ondanks intensief zoeken kan op bekende vindplaatsen deze keer helemaal geen F. mfibarbis worden gevonden. Eerder was al duidelijk, dat de soort in aantal afnam sinds 1998. Mogelijk wordt de heidevegetatie te hoog. De Nieuwe Bussummerheide wordt zeer druk door mens en hond belopen. Het terrein werd onderhouden door plaggen. Ofschoon dat allemaal vlakke stukjes terrein oplevert zonder één enkele verhoging schijnt dit geen ongunstige invloed te hebben op de mierenpopulatie: L. psammophilus, L. flavus, L. umbratus, en de drie soorten van de F. mfibarbis groep komen hier talrijk voor. Aangezien thans runderen worden ingezet is het interessant te volgen hoe de mieren-populaties zich zullen ontwikkelen. De Limitische Heide wordt geplaagd door vogelkers opslag. In het verleden werd tweemaal per jaar door de buurtbewoners deze opslag bestreden, zodat de heide er steeds fraai paars bijlag, met alleen hier en daar enkele grove dennen, berken en eiken. Sinds twee jaar is de zorg voor het onderhoud de bewoners uit handen genomen en grazen er twee runderen. De heide biedt evenwel een troosteloze aanblik: overwegend groene struiken vogelkers, zo ver het oog reikt. De runderen hier raken de vogelkers niet aan (bij Beerschoten in Bilthoven leggen de runderen zich juist toe op het eten van vogelkers en richten zij een ware ravage onder de vogelkers aan). Op de Limitische Heide ‘snoeien’ de runderen wel de lijsterbes en vuilboom struiken. Aangezien de laatste de waardplant is van de citroenvlinder, zal deze er ook niet op vooruitgaan.