Door de welwillende tusschenkomst van een der officieren van de Nautilus, welke de Azorische Eilanden aandeed, kwam ik dit voorjaar in het bezit van eenige op een dier eilanden, St. Miguel, gevangen wilde kanaries. De lezer weet dat de meeste schrijvers alleen de Canarische Eilanden noemen, alwaar de stamvader van alle kanarierassen in het wild voorkomt. Ik mocht daarbij de volgende inlichtingen ontvangen. De wilde kanaries schijnen op de Azoren zeer veelvuldig voor te komen. Nagenoeg ieder kroeghoudertje en ieder klein winkeliertje heeft in zijn toko van deze vogeltjes te koop. Uit verdere inlichtingen bleek dat ze bovendien in groote hoeveelheden worden verkocht aan de inwoners tegen 5 cents per stuk, die ze bij de rijst eten. In de toko’s wordt er evenwel minstens 10 maal, soms tot 40 of 50 maal zooveel voor gevraagd. Het feit dat een Portugeesche officier er een aan boord van de Nautilus in een kooi zag, wekte zijn lachlust op. Ik heb mij toen gewend tot den heer Victorianno Sequeira, Viceconsul der Nederlanden te Ponta Delgada, een stad op St. Miguel, van wien ik een zeer welwillend schrijven mocht ontvangen, waaraan ik het volgende ontleen.