Keeren wij thans terug tot de beschouwing van hetgeen er plaats heeft, wanneer onder drukkingen gelijk aan, of kleiner dan die van éénen dampkring een vloeistof verdampt, dan valt het ons reeds dadelijk op, hoe, indien niet bij die verdamping warmte van buiten wordt aangevoerd, zij afkoelend werkt. Immers de dagelijksche ondervinding leert ons dit overtuigend. Doen thans de Maartsche bujjen ons zoo onaangenaam aan, huiveren wij onder den invloed der noordewinden, zelfs al gaan die niet gepaard aan een zooveel lagere temperatuur van de lucht, dan kunnen wij dit alleen wijten aan de snellere verdamping, die zij aan de oppervlakte van ons lichaam te weeg brengen. Want de zich snel bewegende, uit het noorden komende en dus over het algemeen op lange na niet van waterdamp verzadigde lucht, vaagt van onze huid voortdurend de laag waterdamp weg, die, wel verzadigd , niet in staat is meer waterdamp bij hare temperatuur op te nemen. Zij versnelt de verdamping zoo doende en dat wij daardoor een gevoel van koude ondervinden is alleen een gevolg daarvan, dat de overgang van vocht in damp warmte eischt, die, nu niet van buiten aangevoerd, aan ons lichaam wordt onttrokken. En voelen wij ons in den zomer, als bij warm en vochtig weder de wind maar zachtkens uit het zuidwesten waait, loom en vermoeid, dan is dit het gevolg daarvan, dat wij onder volkomen omgekeerde omstandigheden verkeeren, dan de zooeven beschrevene. De nu met waterdamp verzadigde lucht, slechts langzaam damp opnemende van eene met onze lichaams-temperatuur overeenkomende spanning, belet de transpiratie , doet ons klagen over drukkende warmte, al is ook de temperatuur van de lucht lager dan die, waaronder wij, bij helder weder en een uit het oosten waaienden wind, ons volkomen » lekker” gevoelen. Opmerkelijk laag zijn dan ook de temperaturen, die men door de op deze wijze vermelde verdamping van stoffen, vluchtiger dan water, van alcohol en zwavelaether bij voorbeeld, kan te weeg brengen. De verkoelende werking van de eerstgenoemde vloeistof ondervond zeker ieder onzer, als die in den vorm van eau de cologne — eene oplossing van aetherische oliën in slappen alcohol — ons verfrischte. En menig lijder had het aan het snel verdampen van aether te danken, als onder de handen van den dentist zijn leed minder duldeloos werd gemaakt, als het de zieke plek bijna tot gevoelloosheid afkoelde. Inderdaad kan men door het-snel verdampen van deze zoo vluchtige stof een temperatuur te weeg brengen, die ver onder het vriespunt ligt. Plaatst men een schaaltje van dun koper op een slecht geleidend voorwerp, bij voorbeeld op een houten plankje, en vult men het ten deele met aether, die men onder den invloed van een sterken luchtstroom, door middel van een blaasbalg bij voorbeeld, snel laat verdampen, dan doet de afkoeling het water bevriezen, dat men voor de proef tusschen het schaaltje en het plankje heeft gebracht. In de thermometer, wiens bol is gedompeld in een glas met aether, kan men dan ook de kwik tot — 10° C. doen dalen, door een sterken luchtstroom te brengen door die vloeistof; daarbij wordt het glas van buiten bedekt met een ijskorst, afkomstig van den waterdamp, die bij den aanvang der proef op zijne oppervlakte gecondenseerd werd.