Sedert de uitvinding der verrekijkers heeft men, bijna aanhoudend, onderzoekingen volhragt omtrent het vezen der zon, maar nimmer waren die onderzoekingen zoo algemeen, zoo stelselmatig en zoo doeltreffend als in de laatste jaren. Het licht en de warmte der zon stonden hare naauwkeurigo waarneming langen tijd in den weg en het bleek niettemin, dat de belangrijkste vragen omtrent haar wezen niet konden worden beantwoord, zonder eene zeer naauwkeurige kennis van de veranderingen, die de oneffenheden ondergaan, welke aan of vóór hare oppervlakte worden waargenomen. Tot voor korten tijd moest men de zon door een sterk gekleurd donker glas beschouwen en zich, hij hare waarneming, met eenen kleinen kijker behelpen, of de opening van eenen grooten kijker aanmerkelijk verkleinen, omdat anders de warmte, aan het brandpunt van het voorwerpglas, de oogglazen deed stuk springen. Nu heeft men onderscheidene hulpmiddelen bedacht om dat bezwaar te ontgaan en sommige van die hulpmiddelen, waarbij de polarisatie van het licht wordt te baat genomen, zijn zoo voortreffelijk, dat de sterrokundigo PETERS te Clinton in Noord-Amerika daarmede de zon beschouwt, zonder gekleurd glas, bij de volle kracht zijns kijkers, wiens voorwerpglas eene middellijn heeft van niet minder dan 13 Parijsche duimen. Door die nieuwe hulpmiddelen heeft men talrijke bijzonderheden op de oppervlakte der zon ontdekt, die vroeger verborgen moesten blijven. In de laatste jaren hebben talrijke sterrekundigen van grooten naam en van groote verdiensten zich, voor hot stelselmatig onderzoek der zon, zeer veel moeite getroost en onder deze moeten vooral HERSCHEL, SCHWABE, BÖHM, CARRINGTON, CHACORNAC, DAWES met eenige andere Engelsche vrienden der wetenschap, WOLF, SECCGI, SPÖRER en PETERS genoemd worden. Vele onderzoekingen dier geleerden zijn in een aantal verhandelingen openlijk bekend gemaakt en die van CARRINGTON alleen nemen eenen lijvigen foliant, met 166 platen, in, die, in het jaar 1863, voor rekening van den staat van Groot-Brittanje werd uitgegeven. Het zonde alleenlijk door eene uitgebreide verhandeling mogelijk zijn van die onderzoekingen en van de uitkomsten, die zij bereids hebben opgcleverd, een eenigzins naauwkeurig denkbeeld te geven. Om het gewigt dier uitkomsten te beseffen, herinnere men zich slechts de periode der zonnevlekken en haren zamenhang met het magnetismus der aarde; de verdeeling der vlekken over de schijf der zon en de stroomen, waardoor zij worden voortgedreven. De veranderingen, die de zonnevlekken ondergaan, zijn de voornaamste grondslagen der onderzoekingen omtrent het wezen der zon, en die veranderingen laten zich dan alleen met juistheid beoordeelen, als dezelfde vlek, op verschillende tijden, naauwkeurig wordt afgebeeld. Aan het afbeelden van zonnevlekken zijn moeijelijkheden verbonden, die men door de photographio heeft trachten te overwinnen. Reeds sedert eenige jaren is het stelselmatig photographisch afbeelden der zon de hoofdtaak van de sterrewacht te Kew, waar men geene middelen heeft ontzien om zijn doel te bereiken. De bestuurder dier sterrewacht, de heer BALFOUR STEWART, wordt daarbij ondersteund, niet slechts door don bekwamen photograaph BECKLEY, maar ook door den heer WARREN DE LA RUE, die zich, wegens zijne toepassing van de photographic op de sterrekunde, eenen grooten naam heeft verworven, hoezeer hij nu weder in de schaduw wordt gesteld door de Noord-Amcrikanen DRAPER en RUTHERFORD. Ook aan de bijzondere sterrewacht van den hoogleeraar SELWIJN te Ely wordt do zon stelselmatig photographisch afgebeeld en de photograaph TITTERTON wordt van staatswege bezoldigd om aldaar bij dien arbeid zijne diensten te verleenen. Voor eenigen tijd is ook de sterrewacht te Wilna meer in het bijzonder voor het photographisch afbeelden der zon ingerigt, en er is naauwlijks aan te twijfelen, dat men, met het groote en kostbare, voor dat doel bestemde werktuig, aldaar eerlang naar wensch zal slagen.