Onder de heideachtige planten der Alpen trekt één, Azalea procumbens, sterk de aandacht door de dichte, roode dekkleedjes, die deze Liggende Alpenheide vormt. Het kleine, lage heestertje bezit verscheiden van de kenmerken, die in ’t algemeen aan Alpenplanten eigen zijn en ’t is een der best gewapende, vooral als men denkt aan de gevaren, waarmee het uitdampingsproces zich ziet bedreigd. Voortdurend moeten op de hoogten bloem en blad op regen zijn bedacht; altijd druipen in den vroegen morgen de bloeiende plantjes van den dauw, en als er nevels door het bergland glijden, hechten aan elk deel der plant zich waterdruppels. ’t Proces der uitdamping, der transpiratie, ondervindt in die omstandigheden allicht stoornis en slechts die planten handhaven zich in de met waterdamp zoo dikwijls gansch en al gevulde lucht, die zóó zijn ingericht, dat de weg voor den waterdamp open blijft en de huidmondjes zoo geraakkelijk mogelijk dien laten uitstroomen.