Zóó luidt de titel van een opstel in de Chemiker Zeitung van onzen landgenoot Dr. C. A. LOBRY DE BRUYN, scheikundige bij de Nederlandsche marine. Wie dat opstel, waarvan onlangs afdrukken in den handel zijn gebracht¹, leest (en het verdient ten zeerste in zeer ruimen kring gelezen en ter harte genomen te worden), vindt daarin een welberaamden aanval tegen het ontvlammingspunt van petroleum, zooals het in eenige landen wettelijk vastgesteld is. De schrijver roept de openbare meening wakker, waarschuwt tegen een dreigend gevaar en opent den strijd daartegen met krachtige wapenen. De strijd geldt hooge belangen: kapitaal, dat vernietigd wordt, en menschenlevens, die worden bedreigd en te dikwerf verloren gaan. De amerikaansche oliemaatschappijen zenden naar Europa olie, die gevaarlijke bestanddeelen bevat, de europeesche regeeringen, slecht voorgelicht, nemen tegen den invoer van die olie geene of slechts halve maatregelen en de nootlottige gevolgen vertoonen zich te dikwijls. Daarom meenen wij, dat het ook op den weg van het Album ligt, op den arbeid van Dr. LOBRY DE BRUYN de aandacht te vestigen. Daarbij kunnen wij niet nalaten te zeggen wat men onder bet ontvlammingspunt van petroleum verstaat. De ruwe aardolie wordt in de raffinaderijen verdeeld in een aantal stoffen, waarvan de gewone petroleum er ééne is. Doch ook deze olie is een mengsel, dat zeer vluchtige naast minder vluchtige bestanddeelen bevat; de vluchtige bestanddeelen, die het eerst uit de olie ontwijken in den vorm van gasvormige stoffen, zijn die welke de aanleiding tot het grootste gevaar opleveren. Wanneer zij zich in gasvorm met lucht vermengen, vormen zij daarmede een hoogst gemakkelrjk ontbrandbaar gasmengsel.