Het verschijnsel, dat zich in den dampkring vertoont en bekend is onder den naam van halo, afkomstig van het Grieksche woord äλws, behoort zeker tot de prachtigste natuurverschijnselen; niet alleen wat betreft zijn kleurenrijkdom, maar ook wegens zijne regelmatigheid. Reeds spoedig was dan ook de aandacht er op gevestigd, en vele geleerden, zooals HUYGENS, MARIOTTE, VENTURI e.a. hebben getracht van den halo een verklaring te geven. De vormen, waaronder hij zich vertoont, zijn zeer verschillend; men ziet kringen, in wier middelpunt de zon of de maan geplaatst is ; heldere plekken, op gelijke hoogten boven den horizon als het hemellichaam, bijzonnen genoemd; kringen, door de zon of de maan gaande of ook kringen, die het zenith tot middelpunt hebben, terwijl zich somtijds nog bijzondere kromme lijnen vertoonen. Al deze verschijnselen ontstaan door breking of door terugkaatsing der lichtstralen op de vlakken der ijskristalletjes, die in de atmosfeer zweven. De halo is niet zoo zeldzaam, als men oppervlakkig meenen zou. In de poolstreken is hij een zeer gewoon verschijnsel, doch hij komt ook in onze streken, wanneer men de weinig ontwikkelde meerekent, nog wel 50 à 60 maal per jaar voor. De zwakkeren ontsnappen dikwijls aan den waarnemer, tenzij hij, zooals ik bij de kransen besprak, een donker gekleurd glas voor het oog plaatst.