We leven in eene omgeving van ijzer en staal. Waar we ook zien, overal ontmoet onze blik artikelen, van deze stoffen gemaakt, en daaronder vele, die we vroeger nooit anders dan in steen, hout of eenige andere materie aanschouwden. Denken we maar eens aan bruggen en schepen , wiegen , ledikanten en britsen , tafels en banken , pilaren , balken en dwarsliggers, molenassen en molenroeden, ramen en deuren, slagboomen en afrasteringen, kruiwagens en ploegen, grafkransen en visitekaartjes. Onze tijd is een gulzige ijzervreter. Welke reusachtige hoeveelheden heeft hij niet noodig voor zijne spoorwegen, zijne machinerieën en fabrieken op elk gebied? En wie weegt en meet het beeld van MARS, dat men zou kunnen gieten van het oorlogsmateriëel der volken ?