Ieder, die een oud kruidboek ter band neemt, ontmoet meermalen de woorden mannetje en wijfje in verband met verschillende namen van planten, bijv. wolfsmelk manneken en wijfken, pionie manneken en wijfken, varen manneken en wijfken, waaruit schijnbaar de gevolgtrekking zou mogen gemaakt worden, dat de vroegere plantkundigen reeds begrip hadden van het bestaan der geslachten en der geslachtsorganen in het plantenrijk. Toch zou zulk een gevolgtrekking in hoofdzaak, waarschijnlijk zelfs geheel, bezijden de waarheid zijn, zooals uit het volgende kan blijken. De vergelijking van verschillende planten op welke de woorden mannelijk en vrouwelijk werden toegepast, leert dat de gevallen waarin men deze termen gebruikte, kunnen worden teruggebracht tot de volgende vijf, die wij achtereenvolgens zullen nagaan.