Op de tentoonstelling, verbonden aan het ten vorigen jaar te Frankfort a/M. gehouden congres van natuuronderzoekers, trokken onder de vele daar aanwezige zaken in ’t bijzonder de aandacht een groot aantal vergroeide kikvorsch-larven en kleine kikvorschen, geëxposeerd door den heer G. BORN. Talrijke personen verdrongen zich voortdurend om een kleine tafel, waarop eenige schalen stonden, waarin in groote verscheidenheid allerlei met elkaar vergroeide kikvorsch-larven vroolijk rondzwemmen en ook kleine dubbele kikvorschen, die men nu weer in het water zag zwemmen, dan weer op vasten bodem zag springen. Het was een zonderling en uiterst merkwaardig schouwspel: men zag er larven met twee staarten, andere met twee koppen; eenige waren met de ruggen aan elkander verbonden, andere met de buikzijden. Vele dieren hadden, nadat ze vergroeid waren, de gedaanteverwisseling ondergaan en onder deze kleine dubbele kikvorschen wekte vooral de algemeens belangstelling een diertje, dat zijn partner, die met hem rug aan rug vergroeid was, steeds met zich moest ronddragen maar ondanks dit vrachtje lustig rondsprong, terwijl ook het aldus gedragen diertje, dat dus op den rug lag en tegelijk op den rug van den anderen kikvorsch, door zijn levendige bewegingen toonde, dat het zich in een volmaakte gezondheid verheugde.