Sedert de laatste helft der vorige eeuw kent men uit de reize van SONNERAT ( Voyage aux Indes Orientales etc.) een merkwaardig dier van het eiland Madagaskar, dat de inboorlingen Aye-Aye noemen en dat GMELIN in de dertiende uitgave van het Systema naturae Sciurus madagascariensis heeft genoemd, terwijl later CUVIER dit dier als afzonderlijk geslacht teregt van Sciurus heeft gescheiden, onder den naam van Cheiromys. (Deze naam komt reeds voor in het eerste deel der Leçons d’ Anat. comp. van CUVIER , hetwelk in 1800 het licht zag). Cheiromys of (gelijk men wel regt heeft dien naam te veranderen) Chiromys ¹) was tot voor weinige jaren bijkans alleen uit SONNERAT’S afbeelding en beschrijving en uit eenige oude opgezette voorwerpen in het Parijsche museum bekend. Behalve de huid kende men ook den schedel met twee groote, zijdelings zamengedrukte snijtanden in beide kaken, eene groote ledige ruimte tusschen deze tanden en de kiezen, die boven 4 , onder 3 aan weerszijde, met verglaassel op de kroon bedekt en knobbelachtig of door afslijting plat zijn. Deze schedel was die van een knaagdier, en de plaats van Chiromys in de nabijheid van Sciurus onder de knaagdieren werd, zoo ik mij niet bedrieg, vrij algemeen en zonder tegenspraak aangenomen, wanneer men alleen DUCROTAY DE BLAINVILLE uitzondert, die, gelijk bekend is, altijd eene bijzondere neiging vertoonde om CUVIER tegen te spreken.

Album der natuur

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Kruseman

J. van der Hoeven. (1868). Is de chiromys werkelijk beter bij de lemuriden, dan bij de knaagdieren te plaatsen? Eene kleine zoölogische bijdrage. Album der natuur, 17(1), 166–170.