In eene zitting van de Royal Society te Londen van 11 December 1874 deelde de bekende scheikundige CROOKES den uitslag mede van een aantal onderzoekingen door hem in het werk gesteld aangaande de werking van twee lichamen op elkander, die onderling in temperatuur verschillen.¹ Tot die onderzoekingen had hij aanleiding gevonden bij zijn pogen om het atoomgewicht van het thallium te bepalen, en eene opmerking, door BENNETT in 1792 gemaakt, dat lichte lichamen, zeer gevoelig opgehangen, door warme voorwerpen worden aangetrokken; een verschijnsel door genoemden geleerde aan luchtstrooming toegeschreven. CROOKES stelde zich ten taak dit punt op alle mogelijke wijzen, zoowel in met lucht gevulde, als in luchtledige ruimten te onderzoeken. Hij bediende zich daarbij voornamelijk van een balansje, uit een dun stroohalmpje bestaande, aan beide einden voorzien van een dun vlierpit, en ter vermijding van alle luchtstroomingen met een draad vloszijde in een glazen klok opgehangen. De klok konde door een kwikluchtpomp allengs van lucht worden bevrijd, en langs scheikundigen weg zoo luchtledig worden gemaakt, dat de vonk van een inductieklos van RUHMKORFF niet meer oversprong. Als warmtebronnen bediende CROOKES zich van de spiritusvlam, van een glazen bol met heet water gevuld, en van een platinadraad, bevestigd in denzelfden toestel, waarin hot balansje was opgehangen. Door een galvanischen stroom werd do platinadraad verhit. De andere warmtebronnen werden op minder of meerder afstand aan de buitenzijde geplaatst.