In het begin der 17de eeuw leefde te Padua de hoogleeraar SANCTORIUS SANCTORINUS, ¹ die gedurende meer dan vijf en twintig jaren waarnemingen deed op zich zelven en op anderen, waardoor hij de veranderingen in het lichaamsgewicht leerde kennen, die, na aftrek van het gebruikte voedsel en van de rechtstreeks waarneembare afscheidingen, onafgebroken plaats hebben. De proefnemer bediende zich van eene balans of unster, waarmede op doelmatige wijs een stoel verbonden was en kwam zoo tot de ontdekking, dat het lichaamsgewicht, ook zonder dat het lichaam zichtbaar stofverlies lijdt, met elke minuut lichter wordt. SANCTORINUS maakte zijne waarnemingen en gevolgtrekkingen, onder den vorm van aphorismen, bekend in een werk (Ars de Statica medicina), dat nog lang daarna zeer in aanzien was. Hij kwam tot het besluit, dat het gewichtsverlies moest toegeschreven worden aan stofverlies in onzichtbaren vorm, namelijk als gas, langs den weg van huid en longen. Zoo ontdekte SANCTORINUS langs zuiver proefondervindelijken weg het verschijnsel, dat door hem als »perspiratio insensibilis” (onmerkbare perspiratie) werd aangeduid. Mogen de waarnemingen en gevolgtrekkingen van SANCTORINUS, in het licht der tegenwoordige methoden van onderzoek, min of meer aan bedenking onderhevig zijn, het verkregen resultaat is later gebleken volkomen juist te zijn; en de hoofdgedachte in zijn experiment, waar het vóór alles op aankomt, was toen een belangrijk teeken des tijds.