In het tijdschrift De Navorscher, aflevering 1 van den loopenden jaargang 1887, deelt de heer A. J. SERVAAS VAN ROOYEN, archivaris van ’s Gravenhage, op bladz. 4 eenen brief mede (uit het Haagsche archief?), ten jare 1631 door eenen ongenoemden nederlandschen zeevaarder geschreven. Die brief bevat het verhaal eener reize van Batavia naar »Suratten,” en van daar naar ’t eiland Mauritius, en wel hoofdzakelijk vele bijzonderheden aangaande eenen grooten hongersnood en eene hevige besmettelijke ziekte te »Suratten,” en aangaande de dierenwereld van ’t eiland Mauritius. Onze reiziger vond op dit eiland nog den vogel Dronte of Dodo (Didus ineptus), dien de oude Nederlanders »Dodaers ofte Walchvogel” noemden. Men weet betrekkelijk weinig van dezen, kort na dien tijd uitgestorvenen vogel. Dus komt de volgende mededeeling aangaande dezen merkwaardigen vogel hier zeker niet van onpas. »De burgemeesters” (dit is de bijzondere naam, die hier aan de Dronte gegeven wordt) »de burgemeesters sijn seer superbe off hovaer»dich, sij vertoonden haar ons met een steyl straff gesicht ende op»spalkende mont, seer permantich en driest van ganck, wilden schier »niet een voet voor ons versetten, haar oorloochs geweer was haar »mont, daar mede sij fel wisten te bijten, haar spijse was rauwe freuyt, »waren oock niet wel gehabyt, maer waren seer rijck ende vet van »middelen, soo sij met menichte van haer aan boord hebben gebracht, »tot contentement van ons allen.”