Er zijn tijden geweest, dat het voor een reiziger, die eenige wetenschappelijke opleiding en opmerkingsgeest had, voldoende was eene reis in een naburig landschap of land te doen om zeer interessante verhalen en opmerkingen mede te deelen, die den stil voor zich heen levenden burger en poorter te regter tijd konden herinneren, dat er buiten zijne muren en provincie nog iets belangrijks en schoons te vinden was. Hoe zijn die tijden veranderd! Wel kan een talentvolle schrijver nog belangwekkende reisverhalen schrijven en stond er ooit weer een YORICK op, zoo zal hij even goed als vroeger gewaardeerd worden, doch, om wat nieuws meê te deelen van hetgeen de natuur in den vreemde oplevert is voor hem, die zeer ver gereisd heeft, nog geene gemakkelijke taak. Ver van het schoone Java, waar de eerste reizigers boomen vonden (en voor het geloovige Europa afteekenden), wier vruchten kinderhoofden waren, en in nog onbekender streken heb ik rondgedoold op plaatsen, waar zeker nooit te voren een blanke voet den grond drukte, en waar zijn de wonderen der zoo wondervolle natuur, die ik te verhalen heb? Borneo b. v. ligt zeer ver van Java; als men ten minste de oude reisgelegenheid raadpleegt. Onze voorouders gebruikten eenige maanden voor die reis, en de Arabische koopvaarder heeft nog thans 1 à 1½ maand noodig om van Batavia Bandjermasin te bereiken. En toch zijn zoo vele ambtenaren met dat eenige beschikbare transportmiddel (de onreine, op goed geluk dobberende, afgekeurde Oost-Indievaarder) naar het oord hunner bestemming gegaan! Want het is nog slechts sedert 4 jaren, dat een der stoombooten van de firma CORES DE VRIES, die nagenoeg de eenige versnelde gemeenschap tusschen de zoo uitgespreide stations van den archipel daarstellen, de brieven en koopwaren in eenige dagen maandelijks daar aanvoert. Welke ontwikkeling geschiedt er zonder schokken? Sedert den opstand van Bandjermasin in 1859 is die plaats in ontwikkeling vertiendubbeld! Was er juist de moord van een 40tal nijvere burgers toe noodig om het leven van de ambtenaren op die plaats meer dragelijk, hunne verbanning minder pijnlijk te maken, de beschaving van eene veelbelovende natie sneller te doen toenemen, onze houding waardiger, ons bestuur krachtiger en voorzigtiger te maken? Toch niet; wij mogen ook hierin niets zien dan de wet der noodzakelijkheid, die ons ten tweeden, ja ten honderdsten male op nieuw bedreigt met dezelfde straf, als we de lessen van voorheen vergeten en niet handelen na rijpe waarneming en beraad.