Een der meest bekende sterren is Sirius of de Hondsster, de helderste vaste ster van alle, in onze winternachten met het naburige prachtige sterrenbeeld Orion terstond in het oog vallende. Op een niet te kleine sterrenkaart of hemelglobe kan men nagaan, dat Sirius 16½ graad zuiderdeclinatie heeft en 99° Rechte Klimming. Uit het eerste gegeven kan men besluiten, dat de ster elk etmaal denzelfden weg boven den horizon beschrijft, als de zon ten dage dat zij 16½ graad zuiderdeclinatie heeft, zijnde den 4 Februari en den 8 November. Deze blijft die dagen, gelijk in eiken kalender te zien is, bij ons 9 uur en 5 minuten boven den horizon: hetzelfde is het geval met Sirius; maar terwijl de dagboog der zon eiken dag grooter of kleiner is, aangezien haar declinatie zich onophoudelijk wijzigt, verandert de boog die de Hondsster beschrijft, niet en heeft zij jaar in jaar uit 9 uur en 5 minuten noodig om haar weg boven onzen horizon af te leggen, natuurlijk de helft of 4 uur 32½ minuut vóór de culminatie en de andere helft daarna.