Eene met zorg en zaakkennis bewerkte en goed geschreven geschiedenis van eenige uitvinding is altijd een belangrijk boek. En dikwijls ook een leerzaam boek! Niet, althans niet in de eerste plaats, door wat het ons doet kennen van de mannen, wier innigst zielenleven, wier worstelen en zwoegen en strijden het ons wel als tusschen de regels moet te lezen geven, terwijl en omdat het spreekt van hunne denkbeelden en plannen en pogingen om die te verwezenlijken. In dit opzicht is het niets anders dan eene reeks bijdragen te meer tot wat een fransch schrijver eens noemde: le martyrologue des inventeurs. Wie eene “uitvinding” doet van eenig belang en trachten wil haar ingang te verschaffen, hij weet, of bemerkt althans zeer spoedig, dat, zal hij arbeiden met eenigen kans van slagen, hij zijn leven uitsluitend daaraan wijden en alles gering achten moet, wat niet rechtstreeks hem wijst naar het doel, dat hem zoo nabij schijnt te liggen en toch nog dikwijls ver genoeg af blijkt om het voor hem onbereikbaar te maken. Dan zwoegt hij en tobt met steeds stijgende inspanning en steeds afnemend gevolg, om eindelijk te sterven, veelal arm en vergeten. En om zijn lijk fluisteren een paar medelijdende hielen dat het “jammer was van den man,” terwijl zij, die wat vorder staan, luide verzekeren dat zij “het wel vooruit gezien en hem honderd maal gezegd hadden, dat het niets geven zou.” Enkelen slechts zijn gelukkiger en zien nog voor hun dood voor hunne denkbeelden althans een begin van verwezenlijking on erkenning. Maar dan nog ..... ?