In 1994 werd binnen het Staatliches Museum für Naturkunde in Stuttgart het initiatief genomen tot een Hymenopterologen-Tagung met speciale aandacht voor angeldragers. Inmiddels kent dit tweejaarlijks terugkerende symposium niet alleen aanzien onder Duitse wetenschappers maar geniet ook internationale belangstelling. Dat dit tweedaagse (in praktijk eigenlijk driedaagse) evenement ook onder leden van de NEV-Sectie Hymenoptera een grote populariteit geniet zal niemand verbazen: we werken allemaal met Duitstalige literatuur en kijken met ontzag naar de wetenschappelijke ontwikkelingen bij onze oosterburen. De kans om bekende Duitse specialisten persoonlijk te spreken is misschien wel een van de meest aantrekkelijke kanten van deze Tagung. De Nederlandse delegatie wisselt van jaar tot jaar licht van samenstelling maar de deelnemers kunnen over het algemeen worden omschreven als mensen met hoge soortenkennis, een brede ecologische interesse en over het algemeen niet afkomstig uit het werkveld van de toegepaste entomologie. Onderwerpen als gewasbescherming en ongediertebestrijding komen in de lezingen dan ook niet overmatig aan bod, al was het aandeel Zuid-Amerikaanse onderwerpen deze maal wel erg groot. In Duitsland blijkt, ondanks de tegenvallende economie, gelukkig nog veel ruimte voor gedetailleerd ecologisch onderzoek te bestaan. Waar in Nederland de neiging bestaat om het verzamelen van kennis over gedrag en verspreiding van de inheemse entomofauna als vrijwilligerswerk af te doen, verrichten de Duitsers liever professionele, gestructureerde metingen. Toegegeven, het meten van astronomische hoeveelheden ogenschijnlijk onbeduidende data lijkt soms wat verslavend op hen te werken, maar de thema’s die men kiest zijn interessant en dienen gewoonlijk een hoger doel.