De afzetting van Oude Biesen, ook bekend als de zanden en mergels van Oude Biesen zijn bekend om hun fossielrijkdom. Vooral de dikke banken met Cerithiidae, voornamelijk Pirenella monilifera (Deshayes, 1825) i een enkele Tympanotonus labyrinthus (Nyst, 1836) zijn opvallend. Verder is de tweekleppige Polymesoda convexa (Brongniart, 1822) algemeen aanwezig. Bij nadere studie blijkt de fauna natuurlijk veel rijker te zijn, met ook een aantal land- en zoetwater slakken. Het milieu waarin al deze mollusken leefden wordt altijd als een brakwater milieu aan geduid. De Cerithiidae die zo massaal voorkomen wijzen op een warme zee met een wisselend zoutgehalte. De aanwezigheid van land- en zoetwaterslakken wijst op het instromen van zoetwater.