De afgelopen vier jaar heb ik me intensief beziggehouden met de vossen van het duingebied tussen Katwijk en Den Haag. Het Duinwaterbedrijf Zuid-Holland dat deze duinen beheert, deels samen met Staatsbosbeheer, wilde graag weten hoeveel vossen er zitten, wat ze eten, wat ze doen enzovoort. Met een ploegje enthousiaste medewerkers gingen we er tegenaan. Als je iets wilt weten over het leven van vossen, kun je ze het beste een zender omhangen. Je kunt ze dan op afstand en in het donker volgen zonder ze te storen. Om ze een zender te kunnen geven moet je ze echter eerst vangen. Door gebruik te maken van de kennis van anderen en lerend van je eigen ervaringen, lukt dat op den duur wel aardig. Maar zodra je denkt, ik kan het, is er een vos die je te slim af is. Na het vangen van zo’n zestig volwassen vossen is het vangen van nóg weer een vos niet meer zo spannend. Ook is het niet erg moeilijk meer, als je weet hoe het moet. Alleen, het is meestal toeval wèlke vos je vangt, je kunt niet kiezen. Opvallend is dat je dikwijls vossen vangt die blijkbaar even een uitstapje maken buiten hun vaste woongebied. Als je dan na het loslaten hun zendersignaal gaat opzoeken, blijken ze helemaal niet in het onderzoeksgebied te leven maar een paar kilometer verderop. Blijkbaar trappen ze gemakkelijker in onze vallen als ze niet in hun eigen territorium rondlopen, waar ze elk plekje van haver tot gort kennen.