Sinds 1993 inventariseer ik in een aantal gebieden op de Veluwezoom het gebruik van holle bomen door boommarters (Lutra 43(2)). Dat gebruik is te herleiden aan latrines en prooiresten bij holle bomen. Op de Veluwe zijn die sporen in de periode november tot juli te vinden. Op dinsdag 26 november 2002 liep ik een eerste verkennend rondje op de Imbosch (Veluwezoom), langs de bomen die voorgaande jaren bij boommarters in trek waren. In een beukenvak vond ik, in en onder een levende afgebroken holle beuk, ongeveer 8 uitwerpselen, waarvan er één kakelvers was. Direct besloot ik om in de schemering terug te komen en te kijken wat er te voorschijn zou komen. Om 16.30 uur vleide ik mij tegen een boom in de buurt en wachtte af. Om 17.31 uur hoorde ik zacht gekrabbel aan de stam en kort daarop werd, tegen de half bewolkte hemel, het silhouet van een klimmende boommarter zichtbaar. Gezien het formaat denk ik dat het een vrouwtje was. Zij klom één van de twee nog aanwezige zijtakken in en balanceerde, ongeveer zeven meter hoog, op de dunne twijgen. De boommarter maakte vervolgens een sprong van ongeveer één tot twee meter om in een zijtak van de naaststaande dode beuk te komen. Blijkbaar kreeg ze niet voldoende grip, aangezien ze (geluidloos) naar beneden stortte. De klap waarmee ze neerkwam was verre van geluidloos en de schrik zat er bij mij goed in. Ze was echter amper op de grond of ze 'vloog' tien meter verder al weer een boom in, alsof er niets aan de hand was. Via de toppen van die boom vertrok ze naar de rand van het beukenvak de dichte begroeïng in. Dat boommarters van enkele meters hoogte uit een boom springen en daar niets aan overhouden, had ik al eens meegemaakt. Ook het vallen van enkele weken oude jongen had ik al eens meegemaakt; dat is zeker niet zeldzaam. Soms raakt het jong in kwestie daarbij gewond of sterft het uiteindelijk. Schijnbaar zijn volwassen boommarters erop gebouwd om valpartijen van relatief grote hoogte te overleven zonder er een schrammetje aan over te houden (behalve flinke spierpijn de volgende dagen?). Als boommarter lijkt het mij ook wel verstandig om tegen een stootje te kunnen als je door de boomkruinen rent en springt. Vilmar Dijkstra