In 1982 kwam er in Utrecht een werkgroep bijeen waarin zowel particuliere als ambtelijke natuurbeschermers zaten. Doel was nagaan of het uitzetten van Bevers in Nederland zinvol zou zijn en hoe en waar dit dan eventueel zou moeten gebeuren. Er werd zo veel mogelijk informatie verzameld, bevergebieden in het buitenland bezocht en alle voor en tegens werden op een rij gezet. Van deze activiteiten verschenen rapporten en er werd advies gevraagd aan de Natuurbeschermingsraad. Deze adviseerde overwegend positief, maar wel werd nadrukkelijk gesteld dat het uitzetten een proef moest zijn en zich beperken tot een plaats, en na vijf jaar diende er een evaluatie plaats te vinden. Na deze activiteiten werd het een paar jaar stil rond de beverplannen. Andere problemen op het ministerie van Landbouw en Visserij hadden voorrang, zoals bijvoorbeeld het installeren van Nationale Parken.