Schr. beschrijft de kwekerij van Wijngaardslakken te Valkenburg (L). Op twee stroken grasland met wat struikgewas (oppervlakte 33 x 12 m), omgeven door kippengaas, leven daar enige duizenden Helix pomatia. Zij worden gevoerd met sla en fijne mergel. Nadat zij goed vetgemest zijn, kruipen zij in het najaar (October-November) in de grond voor hun winterslaap en sluiten hun huis met een kalkdeksel of epiphragma af. De eigenaar van de kwekerij graaft de slakken dan op en kuilt ze in zijn privé-tuin weer in, om steeds voorraad te hebben voor de verkoop. Besproken worden voorts geslachtsverschillen in deze potentieel hermaphrodiete dieren, de leeftijd, de regeneratie en het veel-betwijfelde vermogen van de slakken om de meer of mindere strengheid van de winter te voorspellen.