Het Montferland is het restant van een stuwwalcomplex dat in de Saaie ijstijd gevormd is. Oorspronkelijk maakte het deel uit van een reeks stuwwallen, die door frontale en laterale stuwing door de uitlopers van de grote IJssel-ijslob opgedrukt was. De twee zuidelijke uiteinden van deze grote ijstong staan bekend als de Valburger en Kranenburger ijstongen. De stuwwallen van Arnhem (D), Nijmegen-Reichswald-Kleef (B) en Montferland (A) vormden één doorlopend, golvend front. Gestuwde afzettingen in de ondergrond zijn aangetoond in de Betuwe (C), de Liemers, het gebied van de Gelderse Poort en in een zone ten noordoosten van het Montferland tot voorbij Doetinchem. De hierbij gevormde glaciale tongbekkens bereiken dieptes aan de basis variërend van 25 tot 50 m —NAP. Ook ten oosten van het Montferland is een klein, geïsoleerd tongbekken met een diepte van minimaal 25 m —NAP gereconstrueerd. Door latere riviererosie door het Rijnsysteem is de stuwwalreeks doorbroken. Het Montferland bestaat uit een westelijke stuwwal van de Hettenheuvel (hoogste punt 91,6 m) tot de Muizenberg (84,6 m) en de Eltenberg/Hoch-Elten (82,4 m), en een kleinere stuwwal aan de zuidoostelijke zijde met als hoogste punt de Galgenberg (62,2 m), (locaties zie Afb. 3). Nabij de Galgenberg ligt een kunstmatig opgehoogde heuvel (hoogte 66,8 m), waarop oorspronkelijk een mottekasteell lag, thans Hotel Montferland