Onder “tefra” verstaat men alle door de lucht getransporteerde vulkanische producten: vulkanische as, lapilli, etc. Omdat tefra vaak over grote afstanden kan worden getransporteerd, en omdat het radioactieve elementen en herkenbare mineralen bevat, kan tefra in sedimentaire afzettingen gebruikt worden t.b.v. ouderdomsbepalingen. Vandaar de term “tefrostratigrafie”. Een van de belangrijkste doelstellingen van stratigrafisch onderzoek is het vaststellen van de ouderdom van aardlagen. Er zijn twee duidelijk verschillende manieren om de ouderdom van een aardlaag te bepalen: – Relatieve ouderdom: deze vertelt ons of een aardlaag ouder, jonger, dan wel even oud is als een andere laag. Er is een groot aantal methodes in omloop om de relatieve ouderdom te bepalen, waarvan biostratigrafie de meest bekende is. Deze methode maakt gebruik van fossiele overblijfselen van planten en dieren om de relatieve ouderdom van aardlagen en pakketten te bepalen en om ze onderling te correleren. – Absolute ouderdom: willen we echter weten hoe oud een bepaalde gesteentelaag of -pakket in (miljoenen) jaren is, dan gebruiken we absolute ouderdombepalingstechnieken, waarvan de radioactieve methoden het meest gebruikt worden. Deze methodes zijn gebaseerd op het feit dat gesteenten bij hun ontstaan (bv. magma) radioactieve elementen bevatten die volgens een vaste halfwaardetijd vervallen tot een ander, stabiel, element. Als de halfwaardetijd bekend is (bv. de halfwaardetijd Ur-235/Pb-207 is 700 miljoen jaar), kunnen we uit de verhouding Ur-235/ Pb-207 de ouderdom van het gesteente afleiden.