Vulcano, Stromboli, Etna en Vesuvius zijn zo’n beetje de beroemdste vulkanen op aarde. De “eeuwige” erupties van Stromboli gaven hem zijn bijnaam “vuurtoren van de Middellandse Zee, de Etna ligt waarschijnlijk ten grondslag aan het verhaal over Polyphemus in de Odysseus, en nieuws over de uitbarstingen van deze laatste vonden in de afgelopen decennia vrijwel altijd hun weg naar de internationale media. Plinius de Jongere legde in 79 AD de vernietigende uitbarsting van de Vesuvius vast en sindsdien heeft het dreigende gerommel van deze vulkaan menig zondige Napolitaan tot vrome gelovige weten te bekeren. Vulcano zelf, de ”smidse van Vulcan”, heeft zijn naam aan vrijwel iedere Europese taal gegeven. Meer dan welke andere vulkanen ter wereld ook, leverden de Italiaanse vulkanen de afgelopen 2.000 jaar de westerse wereld hun beeltenissen, angsten, fascinaties en eerste ideeën over de oorsprong van vulkanisme. Rijk aan mythen, goden, duivels en heiligen, hebben hun dikwijls spectaculaire en veelsoortige uitbarstingen de mens altijd angst ingeboezemd en tegelijkertijd gefascineerd.