De subklasse Coleoidea omvat een groep van koppotigen met één paar kieuwen voor de ademhaling waarvan vertegenwoordigers al bekend zijn uit het Carboon (ca. 320 miljoen jaar) en die ook recent nog voorkomen. De indeling en systematiek tot op soortniveau is, net als bij de meeste fossielgroepen, niet altijd onomstreden. De verschillen in inzichten die diverse (groepen van) wetenschappers erop na houden, zijn voor dit overzicht niet van belang, maar wat wél telt is de vraag, ‘Wat noemen we nu wél een belemniet, en wat niet?. Recentelijk zijn er diverse publicaties verschenen, met steekhoudende argumenten en goede afbeeldingen, die bevestigen dat belemnietachtige vormen al in het Paleozoïcum voorkwamen. De oudste stammen uit het Carboon, met name uit Noord-Amerika. Nog oudere vormen, bijvoorbeeld uit het Devoon van de Hunsrück (Duitsland) kunnen deels als vis- en plantenresten, orthoceratiden of als incertae sedis (= niet zeker vast te stellen) geduid worden. Met betrekking tot belemnieten kunnen we de simpele regel hanteren dat ze rostrumdragend moeten zijn, hoewel dit al gauw iets te eenvoudig blijkt te zijn, want uit het Paleogeen zijn spiruliden met een rostrum bekend. Wel zinvol is alle rostrumdragende groepen, te weten de ordes Aulacocerida86, Belemnitida322 en Diplobelida128 als zodanig op te vatten, plus eventueel ook nog de Phragmoteuthida283 en Belemnotheutida280. Belemnitida is dan de groep die wij hier beschouwen als ‘echte’ belemnieten, waarmee we onderscheid maken tussen deze en andere Coleoidea (o.a. teuthiden, spiruliden, sepiiden, loligosepiiden, vampyromorfen, octopoden en cirroctopoden66,241).

, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,
Grondboor & Hamer

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Nederlandse Geologische Vereniging

N.M.M. Janssen, & J.W.M. Jagt. (2012). Belemnieten uit Jura en Krijt op Nederlands grondgebied. Grondboor & Hamer, 66(1), 116–127.