Het was juli 2001. Al een ganse week pleisterden achttien Vale Gieren op Schouwen-Duiveland. De vogels hadden die periode niets gegeten en ook niet veel rondgevlogen door het slechte weer. Op zondag 7 juli vertrok ik al vroeg richting Schouwen. Eenmaal ter plaatse bleek dat de gieren alleen te observeren waren vanaf een uitzichttoren. Deze bevond zich aan het eind van de A. van der Weijderweg aan de bosrand van een aanliggend duingebied: de Zeepeduinen. Dit alles situeerde zich op één kilometer van de dichtstbijzijnde parkeerplaats. Fysiek is het voor mij onmogelijk die afstand lopend heen en weer te overbruggen. Ik reed daarom met de auto rond het gebied tot aan het zweefvliegterrein bij Nieuw-Haamstede, in de hoop ze van hieruit te kunnen zien. Het was tevergeefs en het begon ook nog flink te regenen, zodat het een echte baaldag werd.