Vanaf 1997 wordt in De Kaaistoep systematisch informatie verzameld over lieveheersbeestjes die ’s nachts – steeds op dezelfde locatie – op een verlicht laken afkomen. Tot en met 2015 zijn van in totaal 23 soorten 11.544 exemplaren waargenomen waarvan er 11.011 zijn verzameld. Harmonia axyridis is veruit het talrijkst ondanks dat deze pas in 2003 voor het eerst werd waargenomen, gevolgd door Calvia decemguttata, Halyzia sedecimguttata en Myrrha octodecimguttata. Er zijn grote schommelingen in de jaarlijkse aantallen en het aandeel H. axyridis fluctueert vanaf 2003 rond 70%. Het totaal aantal lieveheersbeestjes neemt geleidelijk af na 2008. Dat is het gevolg van een geleidelijke afname van H. axyridis, en niet een effect van H. axyridis op de andere Coccinellidae. Er is een afname geconstateerd van Adalia bipunctata en een toename van M. octodecimguttata. De fenologie van de verschillende soorten wordt gegeven waarbij opvalt dat H. axyridis en C. decemguttata nauwelijks in het voorjaar op licht komen. Alleen van H. axyridis vliegen meer mannetjes ’s nachts op licht, bijna 72%. Relatief veel dieren hebben zachte elytra wat doet vermoeden dat sommige soorten vooral op het doek verschijnen tijdens een dispersievlucht kort nadat ze uit de pop zijn gekomen. Bij Adalia decempunctata, Myzia oblongoguttata en Anatis ocellata zijn vliegenlarven in het abdomen aangetroffen, bij H. axyridis larven van Braconidae. Bij A. decempunctata zijn ook parasitaire mijten gevonden. Harmonia axyridis is sinds 2008 besmet met de obligaat parasitaire schimmel Hesperomyces virescens (Laboulbeniales) en de besmetting nam toe tot bijna 20% in 2014. In 2015 is één exemplaar van H. sedecimguttata gevonden met een besmetting van H. virescens, een unicum. Het aantal lieveheersbeestjes dat ’s nachts op licht vliegt, is sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Met handvangsten en raam-, pot- en malaisevallen zijn nog 15 soorten in De Kaaistoep verzameld, die niet ’s nachts op licht vliegen, zodat het totaal aantal van het gebied bekende Coccinellidae 38 bedraagt. Op basis van deze gegevens is vastgesteld welke soorten wél en welke soorten niet of nauwelijks ’s nachts op licht vliegen.


Additional Files
EB 81.jpg Cover Image , 427kb