De biodiversiteit in de bodem is in vergelijking met andere ecosysteemcomponenten enorm en kan wedijveren met die van koraalriffen of het bovengrondse deel van het tropisch regenwoud. Er is een enorme verscheidenheid aan ongewervelden die hun gehele levenscyclus, of een substantieel deel ervan, in de bodem volbrengen. Tot deze laatste groep behoren bijvoorbeeld de larven van veel kevers, vliegen en muggen. Wat deze enorme verscheidenheid aan levensvormen en soorten in de bodem bepaalt, is nog lang niet duidelijk. Onderzoek aan de verspreiding van macrofauna, de groep van bodemdieren groter dan ongeveer een halve centimeter, leert dat bodemtype een factor is die sterk de verspreiding van verschillende soorten bepaalt. In dit artikel gebruiken we als voorbeelden drie groepen van typische bodemfauna, namelijk pissebedden (Isopoda), miljoenpoten (Diplopoda) en duizendpoten (Chilopoda), en laten we aan de hand van inventarisaties in Nederland zien welke rol bodemtypen spelen in hun verspreiding.


Additional Files
EB 81.jpg Cover Image , 427kb