Insecten hebben een slechte naam in de landbouw. In de fruitteelt, bijvoorbeeld, kunnen insecten grote economische schade veroorzaken door onrijp fruit aan te vreten of er eieren in te leggen. In de wijnbouw begint men echter in te zien dat insectenvraat ook positieve effecten kan hebben. Insecten die op rijpe druiven af komen, zoals Drosophilafruitvliegen, spelen waarschijnlijk een cruciale rol in het verspreiden van gisten. Er zijn veel verschillende soorten gist en die hebben sterke invloed op het aroma en de smaak van de wijn. In de meeste wijnmakerijen wordt het fermentatieproces in gang gezet door te inoculeren met de ‘standaardgist’ Saccharomyces cerevisiae. Om bijzondere wijnen te maken, stappen wijnboeren steeds vaker over naar zogenaamde spontane fermentatie, oftewel fermentatie door gisten die al op de druiven aanwezig waren. Er is weinig bekend over waar deze ‘wilde’ gisten vandaan komen, hoe ze op tijdelijke voedselbronnen – zoals een rijpe druif – terecht komen en waar ze overleven in tijden dat er geen fruit beschikbaar is. In het hier beschreven werk zetten we de eerste stappen om meer duidelijkheid te krijgen in de verbanden tussen gist, fruitvliegen en hun parasitaire wespen in de wijnbouw.