De larven van de landkokerjuffer Enoicyla pusilla hebben een brede ecologische amplitude. Ze werden gevonden in de boomloze eerste duinrand, heidebegroeiingen en bossen. Net na de winter slepen bosmieren de larven naar hun koepelnesten. Hier worden lege kokers genegeerd. Als er wel larven in de kokers zitten, zijn de bosmieren niet in staat om ze uit de kokers te trekken en worden ze aan hun lot overgelaten. De omstandigheden op een koepelnest zijn niet gunstig voor de landkokerjuffer, waarschijnlijk omdat het er te warm is en omdat ze opgegeten wordt door allerlei andere ongewervelden die in en op een koepelnest leven. Opvallend is dus dat er geen ‘echte’ predatie plaatsvindt, maar dat de bosmieren toch massaal met de landkokerjuffer slepen.


Additional Files
EB 81.jpg Cover Image , 427kb