In 2014 zijn bosfragmenten in een kleinschalig agrarisch cultuurlandschap in Noordoost-Twente geïnventariseerd op het voorkomen van rode bosmieren. Deze inventarisaties zijn uitgevoerd om de situatie te kunnen vergelijken met gegevens die ruim een kwart eeuw eerder in hetzelfde gebied zijn verzameld. Niet alleen zijn dezelfde bosjes en houtwallen geïnventariseerd als in 1986, maar ook veel andere potentiële leefgebieden binnen het onderzoekgebied. Het blijkt dat het aantal bosmierennesten in 28 jaar drastisch is afgenomen. In bosjes en houtwallen die aan cultuurland grenzen komt nu nog maar sporadisch een bosmierennest voor. De belangrijkste oorzaak is vermesting, zowel door atmosferische stikstofdepositie als door de invloed van bemesting van aangrenzende landbouwgrond. Stikstofminnende plantensoorten, zoals braam en brandnetel, gaan hierdoor in de bosrandzone domineren. De kans dat een bosmierenvolk uitsterft is hierdoor groter geworden dan de kans van een mierenkoningin zich ergens te vestigen om een nieuw volk te stichten.


Additional Files
EB 81.jpg Cover Image , 427kb