Wat aanspoelt op onze stranden hoopt zich op in vloedmerken hoog op het strand, op beschutte plekken. Algen vormen de belangrijkste component naast allerlei zeedieren als kwallen en weekdieren en menselijk afval. Uitdroging en uitloging beginnen direct na aanspoelen, net als het afbraakproces door bacteriën en schimmels. Strandvlooien consumeren de algen, spoedig gevolgd door herbivore wiervliegen en consumenten van de bacteriën en schimmels: mijten en springstaarten. Predatoren als kevers, spinnen en vogels completeren tenslotte het voedselweb. Ook de in het zand levende wormen profiteren van orga- nisch materiaal (plankton) dat de zee aanvoert. Het strand herbergt weinig primaire producenten. In en op het strand levende organismen zijn afhankelijk van deze aanvoer vanuit zee. Het is dus een vrijwel compleet ‘gesubsidieerd’ ecosysteem. Olievervuiling en strandsuppleties bedreigen vloedmerken. Spoelen er veel algen of stervende weekdieren aan dan kan dit tot stankoverlast leiden; schoonmaakacties moeten dan zorgen dat toeristen niet wegblijven. Maar het afvoeren van deze vloedmerken betekent het dichtdraaien van de subsidiekraan voor een boeiende soortengemeenschap en veroorzaakt bovendien een versnelde kusterosie.


Additional Files
EB 81.jpg Cover Image , 427kb