Ongelijktijdig desinfecteren begunstigt de evolutie van kwaadaardige parasieten. Volgens de theorie van Paul Ewald maken parasieten die gemakkelijk nieuwe ‘gast-heren’ kunnen infecteren zich minder zorgen om het welzijn van hun gastheer dan parasieten die meer moeite hebben te infecteren. Het welzijn van de laatsten hangt immers nauw samen met dat van hun gastheer, want als die sterft, dan betekent dat meestal ook het einde van de parasiet. Het is dus in het belang van de parasiet dat de gastheer relatief gezond is en aldus de kans vergroot op contact met nieuwe slachtoffers. Het omgekeerde geldt voor parasieten die probleemloos kunnen infecteren. Zij exploiteren het lichaam van hun gastheer maximaal, want als deze sterft door ziekte en uitputting dan hebben inmiddels talloze nakomelingen zich elders genesteld. Met als voorbeeld de bestrijding van mijten in bijenkolonies wordt betoogd dat gelijktijdige desinfecties niet alleen voorkomen dat parasieten de dans ontspringen, maar ook dat de aard van het beestje steeds kwaadaardiger wordt.