Van het geslacht Egle (Robineau-Desvoidy) uit de familie Anthomyiidae waren tot nu toe twee soorten in Nederland bekend. Door recent onderzoek kunnen hier maar liefst acht soorten aan worden toegevoegd: E. minuta (Meigen), E. rhinotmeta (Pandellé), E. steini (Schnabl & Dziedzicki), E. subarctica (Huckett), E. lyneborgi (Ackland & Griffiths), E. parvaeformis (Schnabl & Dziezicki), E. suwai (Michelsen) en E. concomitans (Pandellé). De soorten zijn gevonden op onder andere boswilg, schietwilg, grauwe wilg en witte abeel. De levenscyclus van het merendeel van de vliegen uit het geslacht Egle is verbonden met bomen uit de wilgenfamilie; de enige uitzondering vormt E. concomitans, die alleen op bomen uit het geslacht Populus te vinden is. De adulte vliegen gebruiken de nectar en pollen van de bomen als voedsel en bij wilgen nemen ze daardoor ook een belangrijke plaats in bij de bestuiving. De larven leven van de jonge zaaddozen. De vliegen hebben maar één legsel per jaar en de vliegtijd van de Egle-soorten loopt synchroon met de bloeitijd van de bomen.


Additional Files
EB 81.jpg Cover Image , 427kb