Bijen vormen een grote groep insecten, die is geëvolueerd sedert het Krijt en nu ongeveer 20.000 soorten omvat. Hun afhankelijkheid van bloemen voor het vergaren van voedsel, voor zowel zichzelf als voor hun larven, verklaart het evolutionair uiteenwaaieren van de bloemplanten in een groot aantal soorten, in samenhang met het ontstaan van een groot aantal bijensoorten, die zich tegelijkertijd specialiseren op die verschillen in de plantenwereld. Vrijwel al die bijensoorten nestelen solitair, minder dan vijf procent leeft in een primitieve dan wel meer complexe kolonie. De diversiteit in lichaamsgrootte, in de relatieve lengte van de tong en in een aantal andere lichaamskenmerken, is gekoppeld aan de mate van efficiëntie waarmee het voedsel kan worden verzameld: het gaat om de kosten en baten van de uit te voeren gedragingen. Deze diversiteit werd verkregen door aanpassingen aan de variatie in bloemvormen, die weer voortvloeide uit de concurrentie onder de plantensoorten om het binden van de bestuiver. Het stuifmeel van de verschillende bloemplanten kent belangrijke verschillen in de aminozuursamenstelling en het gehalte aan eiwitten. Door zich te specialiseren op een bepaalde plantensoort heeft een aantal soorten bijen bereikt dat ze hun larven kunnen voorzien van voedsel met een stabiele voedingswaarde. Zulke oligolectische soorten moeten dan wel hun hele levenscyclus afstemmen op die van hun voedselplanten, een aanzienlijke inperking van hun flexibiliteit vergeleken met de polylectische soorten. De laatsten kunnen het hele zomerseizoen broed produceren. Concurrentie speelde dus een grote rol in de evolutie van de bijen. Hoe is dat op korte termijn, in het reilen en zeilen van een lokale populatie? Is concurrentie tussen soorten een belangrijke oorzaak van de verarming van onze bijenfauna? In dit artikel wordt gesteld dat bij interspecifieke concurrentie, dankzij het evolutionaire specialisatieproces, doorgaans uitwijkmogelijkheden bestaan. De hoofdoorzaak van de verarming ligt in het veranderde grondgebruik en de overgang van handarbeid naar gemechaniseerd terreinbeheer, ook in terreinen waar bescherming van de natuur een van de doelstellingen is. Naast het gebrek aan financiële middelen is het ons gebrek aan inzicht in de complexiteit van ecosystemen dat ons hier opbreekt.


Additional Files
EB 81.jpg Cover Image , 427kb