Veel plantensoorten worden door een aantal insectensoorten bezocht. Het gezamenlijke effect van alle bloembezoekers bepaalt de mate van bestuiving van een plantenpopulatie. Elke insectensoort heeft zijn eigen bestuivingefficiëntie en daarmee een uniek effect op de bestuiving zowel kwalitatief (aantal gedeponeerde korrels met een bepaalde herkomst) als kwantitatief gezien. Specialisten beperken hun bezoeken tot een of enkele plantensoorten en daarom wordt gedacht dat zij vrij zuivere stuifmeelladingen bij zich hebben wat gunstig is voor bestuiving. Duifkruid biedt de mogelijkheid om het effect van verschillende soorten op bestuiving te onderzoeken. De plant is erg aantrekkelijk voor insectensoorten en de stuifmeelkorrels zijn direct na depositie op de stempels met een loep te tellen. Nederlandse en Franse populaties van duifkruid worden door een groot aantal insectensoorten bezocht en bestoven. De bestuivingefficiëntie is geanalyseerd waarbij verschillende gedragskenmerken onderzocht zijn, zoals de grootte en zuiverheid van de stuifmeellading op het lichaam, de vliegafstanden tussen twee bloembezoeken en het aantal duifkruidkorrels gedeponeerd per minuut. De (in Nederland niet inheemse) pluimvoetbij Dasypoda argentata, een specialist op duifkruid, scoort voor zowel de vrouwtjes als de mannetjes erg goed op deze kenmerken. De andere insectensoorten – de honingbij, zweefvliegen, hommels en vlinders – waren middelmatige tot slechte bestuivers. Vlinders vlogen als enige groep vrij lange afstanden tussen twee bloembezoeken, maar deponeerden slechts weinig stuifmeel op de stempels. Geen enkele soort bestoof tijdens het bezoek het bloemhoofdje in zijn geheel. Duifkruidbloemhoofdjes moeten meerdere malen bezocht worden om geheel bestoven te worden. Alle insectengroepen dragen bij aan de bestuiving van een populatie planten maar de ene soort per bezoek meer dan de andere. Het bleek dat de verschillen tussen de gegevens verzameld ‘s morgens en ‘s middags groot waren. Om tot een goede vergelijking te komen is het belangrijk op hetzelfde moment van de dag voor alle insectengroepen gegevens te verzamelen.