Enkele jaren geleden werd in dit tijdschrift bericht over hooiwagenvondsten uit Zeeuwse akkerranden. Deze keer is het de beurt aan de tegenoverliggende hoek van het land: het noordoosten van de provincie Groningen. Met behulp van bodemvallen werden in 38 akkerranden en vier schouwpaden ongewervelden gevangen gedurende een week in mei en een week in juli in 2010. Er werden in totaal 362 hooiwagens verzameld. Van de zeven gevonden soorten was Phalangium opilio niet alleen de meest gevangen soort, maar ook de wijdst verbreide. Akkerranden van nul tot zes jaar oud waren vooral in trek bij deze soort. Lacinius ephippiatus werd het meest gevangen in randen van vijf tot zes jaar oud en Rilaena triangularis en Oligolophus tridens werden het talrijkst aangetroffen in de oudste randen, die al twaalf jaar bestonden. In de akkerranden werden veel juveniele en vrouwelijke hooiwagens aangetroffen, wat suggereert dat er in akkerranden wel degelijk voortplanting plaatsvindt.


Additional Files
EB 81.jpg Cover Image , 427kb