Een langlopend onderzoek op de stammen van 26 zomereiken in De Kaaistoep (Tilburg, Noord-Brabant) leverde veel gegevens over de schorsbewonende fauna. Gedurende zes jaar hebben we ’s nachts de stammen van de bomen geïnspecteerd, waarvan twee jaar wekelijks. Daarnaast zijn ook andere methoden van onderzoek toegepast. Het gaf ons niet alleen inzicht in de biodiversiteit op zomereiken, maar ook over de activiteit gedurende de seizoenen van vele soorten en soms over hun gedrag en onderlinge relaties. Ongeveer 300 soorten Arthropoda zijn waargenomen, die behoren tot een groot aantal Orden. Van de Coleoptera (kevers), Orthoptera (sprinkhanen) en Rhaphidioptera (kameelhalsvliegen) zijn vrijwel altijd de aantallen per soort genoteerd. Van de meeste insecten kon slechts op basis van monsters een kwalitatief beeld kon worden verkregen. Dictyoptera (Blattaria, kakkerlakken), Dermaptera (oorwormen), Hemiptera (Heteroptera, wantsen), Psocoptera (stofluizen), Neuropteroidea (netvleugeligen), Lepidoptera (vlinders en rupsen), Diptera (vliegen en muggen), Hymenoptera (vliesvleugeligen), Trichoptera (kokerjuffers) en Ephemeroptera (haften). Ook zijn Collembola (springstaarten), Myriapoda (duizend- en miljoenpoten), Araneae (spinnen), Opilliones (hooiwagens), Pseudoscorpiones (bastaardschorpioenen), Acari (mijten) en Isopoda (pissebedden) gezien. Nachtelijke inspectie gedurende de seizoenen – ook in de winter – is waardevol, omdat verschillende soorten actief in hun natuurlijke omgeving worden geobserveerd. Zomereiken met hun complexe schorsstructuur herbergen een zeer veelsoortige fauna.