Deze bijdrage behandelt het resterende deel van de kortschildkevers behorend tot de subfamilie Staphylininae. Een drietal soorten wordt voor het eerst uit Nederland gemeld. Zo werd Gabrius astutoides tot nu toe niet onderscheiden van de nauw verwante G. astutus. De immigrant Heterothops stiglundbergi werd op een aantal, verspreide vindplaatsen ontdekt. Verrassend was de vondst van de hoogveenbewoner Atanygnathus terminalis in een Limburgs veentje. Van de recent opgesplitste Gabrius velox komt in ons land de zustersoort G. austriacus voor. De ‘echte’ G. velox is een Zuidwest-Europese soort. Gabrius exiguus, Ocypus fulvipennis, Tasgius minax, Quedius xanthopus en Q. fulvicollis komen te vervallen voor de Nederlandse fauna. Het vermeende voorkomen van deze soorten bleek gebaseerd op foutief gedetermineerd materiaal. De status van Gabrius toxotes, Quedius ochripennis en Q. boops wordt besproken. Beide laatste soorten blijken minder verbreid dan tot nu toe werd aangenomen.