De soortenrijkdom van bloembezoekende insecten zoals bijen en zweefvliegen is de laatste decennia sterk afgenomen in agrarische gebieden. Initiatieven om de diversiteit te bevorderen (beheersovereenkomsten) zijn vaak niet effectief, vooral in intensief gebruikte agrarische gebieden. Mogelijk is hierbij de afstand tot potentiële brongebieden een beperkende factor. Wij onderzochten de effecten van natuurgebieden op de insectendiversiteit in agrarische gebieden. In slootkanttrajecten van driehonderd meter lang, grenzend aan en loodrecht op geïsoleerde natuurgebieden, werden zweefvliegen en bijen bemonsterd. Diversiteit en talrijkheid van zweefvliegen namen af in de eerste 125 meter vanaf de natuurgebieden, maar daarna niet meer. Diversiteit en talrijkheid van bijen lieten al een scherpe afname zien over de eerste 25 meter vanaf natuurgebieden. Bloembezoekende insecten die uit natuurgebieden afkomstig zijn vliegen kennelijk over beperkte afstanden (<150 meter) het agrarische gebied in. Deze resultaten geven een indruk van de kans op kolonisatie van een plek in samenhang met de afstand tot een natuurgebied. Beheersovereenkomsten met als doel het bevorderen van insectendiversiteit zijn dus in de nabijheid van brongebieden het meest effectief.

Entomologische Berichten

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Nederlandse Entomologische Vereniging

F. Kohler, R. van Klink, J. Noordijk, & D. Kleijn. (2007). De invloed van natuurgebieden op zweefvliegen en bijen in agrarische gebieden (Diptera: Syrphidae; Hymenoptera: Apidae). Entomologische Berichten, 67(6), 187–192.