Speelt de groene dooradering van het landschap een rol bij de natuurlijke plaagregulatie? Op 22 biologische spruitkoolbedrijven verdeeld over diverse landschappen in heel Nederland zijn tellingen gedaan van het klein koolwitje en de koolmot. Het omringende landschap varieerde sterk in de hoeveelheid opgaande begroeiing, zoals hagen, houtwallen en bomenrijen, en in het tuinbouwareaal. Voor deze studie hebben we een indeling gemaakt in vier ruimtelijk schalen, te weten cirkels rond een betreffend perceel met een middellijn van 0.3, 1, 2 en 10 km. We vonden een verband tussen de ruimtelijke structuur van de omgeving en de plaagdichtheid op de akker: de aantallen rupsen van het klein koolwitje en de koolmot waren kleiner bij een sterkere dooradering van het landschap met heggen (op de schaal van 2 km diameter) en bij een kleiner areaal van tuinbouwgewassen in de omgeving. Dit onderzoek suggereert dat natuurlijke plaagregulatie op een akker beter kan verlopen als er meer heggen en andere lijnvormige landschapselementen staan in het omringende landschap en als daar de tuinbouwgewassen meer ruimtelijk worden gescheiden.

Entomologische Berichten

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Nederlandse Entomologische Vereniging

E. den Belder, J. Elderson, G. Schelling, & J.A. Guldemond. (2007). Het functionele landschap: de invloed van landschap en bedrijfsvoering op natuurlijke plaagonderdrukking in spruitkool. Entomologische Berichten, 67(6), 209–212.