Veel natuurlijke vijanden van plaaginsecten hebben, vooral wanneer ze vleugels hebben, stuifmeel of nectar nodig. Bloemrijke akkerranden kunnen het gebrek hieraan in ons moderne agrarische landschap deels opheffen. Lang niet alle bloemen(mengsels) zijn echter geschikt als 'wegrestaurant'. Om door parasitoïden en predatoren benut te worden, moeten deze de nectar en het stuifmeel kunnen vinden, moeten ze er goed bij kunnen en moet met name de nectar van een geschikte samenstelling zijn, en niet eerst door andere insecten worden opgegeten. Wil het stimuleren van natuurlijke vijanden vervolgens ook leiden tot een betere plaagbestrijding op de akker, dan zal het mengsel op tijd moeten bloeien en niet ook de plaag moeten stimuleren. Dit betekent dat alleen met voldoende kennis over de ecologie van plaag en natuurlijke vijand akkerranden kunnen worden samengesteld, die optimaal de natuurlijke plaagbestrijding zullen aanjagen.