De Nederlandse fauna kent een grote diversiteit aan geleedpotige organismen. Een klein deel daarvan is schadelijk voor gewassen. In deze bijdrage geven we een overzicht van de belangrijkste schadelijke organismen in de Nederlandse land- en tuinbouw, fruitteelt en boomteelt. Hierbij concentreren we ons met name op vertegenwoordigers van de meest voorkomende groepen: bladluizen, wantsen, wittevliegen, vliegen, muggen, kevers en vlinders (rupsen). Het overgrote deel van de schadelijke soorten is inheems. Exoten vormen echter een steeds belangrijker onderdeel van de agro-biodiversiteit in Nederland. Het aandeel schadelijke soorten in open teelten lijkt vooralsnog beperkt, in beschermde teelten, fruitteelt en boomteelt neemt het aantal soorten en schade gestaag toe.