Roofwantsen bestaan in diverse afmetingen en kunnen allerlei specialisaties hebben. De meeste zijn niet volledig carnivoor en van sommige is onduidelijk of ze nuttig dan wel schadelijk zijn. Enkele soorten zijn kort actief, gedurende een generatie, andere kan men het hele jaar door aantreffen. Door de bank genomen zijn deze laatste polyfaag en hun prooivoorkeur is door leergedrag te beïnvloeden, waardoor zij van groot belang kunnen zijn voor het onder controle houden van (potentiële) plagen. Door eenvoudige ingrepen in het agrarische landschap zijn belangrijke reservoirs van deze wantsen te creëren, wat indirect schade aan gewassen kan voorkomen. Intensief insecticidengebruik kan de effectiviteit van dergelijke natuurlijke plaagcontrole aanzienlijk verminderen.